DNA-test die gaat voorspellen welke astmamedicijnen bij kinderen gaan werken
Bij sommige kinderen met astma hebben de ‘gewone’ medicijnen te weinig effect. Zij hebben er meer van nodig. Maar welk middel het best helpt, verschilt per kind. Daarom werken onderzoekers aan een DNA-test. Die kan heel makkelijk voorspellen of het medicijn gaat werken.
Hoesten, een piepende ademhaling, benauwd zijn…..kinderen met astma hebben er vaak last van, want hun longen zijn altijd een beetje ontstoken. Gelukkig bestaan er medicijnen tegen astma: ontstekingsremmers en luchtwegverwijders. Alleen helpen deze helaas niet bij elk kind goed genoeg. Sommige kinderen blijven veel last van hun astma houden, ook als ze hun medicijnen trouw en op de goede manier gebruiken. ‘Bij ongeveer een kwart van de kinderen met astma hebben deze medicijnen te weinig effect’, vertelt Anke-Hilse Maitland-van der Zee. Ze werkt als longonderzoeker bij het AMC in Amsterdam. ‘Deze groep kinderen heeft meer medicijnen nodig. We geven ze daarom óf een dubbele dosis ontstekingsremmers óf speciale langwerkende luchtwegverwijders, LABA’s genaamd.’ Waar gewone luchtwegverwijders vier tot zes uur lang werken, hebben LABA’s wel tot twaalf uur effect. Dat is handig, vooral als een kind met astma ’s nachts last heeft van benauwdheid.
"Er zit altijd wel een beetje DNA in het speeksel van een kind. Daarmee kunnen we voorspellen of medicijnen zullen aanslaan."
Van tevoren voorspellen
Als de standaard behandeling onvoldoende is, moet de arts kiezen: worden het LABA’s of krijgt het kind de dubbele dosis ontstekingsremmers? ‘Dat is een lastige keuze’, zegt Anke-Hilse. ‘Het verschilt namelijk erg van kind tot kind. Met name de langwerkende luchtwegverwijders werken bij sommige kinderen heel erg goed en bij andere juist totaal niet. Zij kunnen er zelfs méér klachten door krijgen.’
Het zou natuurlijk heel fijn zijn als de arts dat van tevoren kan voorspellen. Daarom is Anke-Hilse bezig met het ontwikkelen van een voorspellende test. Dat doet ze samen met kinderlongartsen dr. Mariëlle Pijnenburg (Erasmus MC) en prof. dr. Gerard Koppelman (UMC Groningen).
Ander stukje DNA
Maar hoe voorspel je of een medicijn bij een kind gaat aanslaan? Door goed te kijken naar de kenmerken van het kind, legt Anke-Hilse uit. Namelijk zijn DNA, oftewel: zijn erfelijke materiaal. Dat klinkt misschien ingrijpender dan het is. Een kind kan simpelweg wat speeksel uitspugen in een bakje. Daarin zit altijd wel wat DNA, dat vervolgens in het laboratorium wordt onderzocht. Dit gaat snel en kost tegenwoordig weinig geld. ‘Uit ander onderzoek weten we dat de langwerkende luchtwegverwijders minder goed werken bij mensen bij wie één bepaald stukje DNA net een beetje anders is,’ zegt Maitland. ‘Dat effect is nog sterker voor mensen die van beide ouders dat stukje DNA hebben geërfd. En we begrijpen ook waardoor de langwerkende luchtwegverwijders bij hen minder goed werken. Het stukje DNA dat bij deze mensen anders is, bepaalt namelijk hoe spiercellen reageren op de werkzame stof in LABA’s.’
310 kinderen
De kunst is nu om vast te stellen of een afwijkend stukje DNA echt kan voorspellen of LABA’s bij een kind goed zullen werken. Tot nu toe is het verband namelijk alleen achteraf onderzocht. ‘Wij willen de voorspellende test onderzoeken bij 310 kinderen met astma bij wie de standaardbehandeling niet werkt. Het gaat om kinderen tussen acht en achttien jaar’, licht Maitland haar plannen toe. ‘Om zo veel astmapatiënten bij elkaar te krijgen, werken we samen met vijftien Nederlandse ziekenhuizen, van Groningen tot Limburg.’
Toeval versus DNA-test
‘Uiteindelijk gaat het erom dat kinderen beter geholpen zijn’, zegt Anke-Hilse. ‘We willen dus weten: zouden kinderen echt beter af zijn met een voorspellende test?’ Om dit te onderzoeken, verdelen de onderzoekers de deelnemende kinderen in twee groepen. ‘We zorgen ervoor dat zowel de kinderen en hun ouders als de artsen niet weten in welke groep het kind zit. Bij de ene groep krijgen de kinderen op basis van het DNA langwerkende luchtwegverwijders óf ontstekingsremmers. Bij de andere groep wordt geloot: de ene helft van de kinderen krijgt LABA’s en de andere helft een dubbele dosis ontstekingsremmers. ‘Wij onderzoekers bepalen dus voor alle kinderen welke aanvullende behandeling ze krijgen. Alleen doen we dat bij de ene groep op basis van het DNA en bij de andere op basis van toeval.’
Beter voelen
De kinderen die meedoen aan het onderzoek moeten onder andere vragenlijsten invullen. ‘Het gaat erom dat kinderen zich beter voelen. Daarom vragen we: hoe gaat het met je astma?’ Kinderen boven de twaalf jaar vullen die lijsten zelf in; bij jongere kinderen doen de ouders het. ‘Daarnaast kijken we natuurlijk ook naar puur medische gegevens, zoals longfunctie en het aantal astma-aanvallen.’
Stel nou dat blijkt dat de groep kinderen die op basis van DNA een medicijn voorgeschreven krijgt echt beter af is, zal zo’n DNA-test dan in Nederland ingevoerd worden? ‘Ik hoop het’, antwoordt Maitland. ‘Het is een makkelijke en goedkope methode om medicijnen beter in te zetten.’
Gegevens over het onderzoek
- Thema: Behandeling op Maat en Kinderen en Longziekten
- Looptijd: 01-04-2017 tot 01-04-2024
- Soort subsidie: Zorg en Behandeling Consortium
- Bedrag: 750.000 euro
- Onderzoeker: Anke-Hilse Maitland-van der Zee (AMC) Mariëlle Pijnenburg (Erasmus MC) en Gerard Koppelman (UMCG)