Waarom krijgen sommige kinderen astma en andere niet? Onderzoekster Nicole Dijk van het UMCG kwam er in haar onderzoek achter dat een bepaald gen daar invloed op heeft. Een belangrijke ontdekking, want hoe eerder je bij een kind astma ontdekt, hoe beter.
Er is al veel bekend over de oorzaken van astma. Maar de genen van iemand testen is helaas nog lastig. Astma ontstaat namelijk niet door één gen, maar door allerlei verschillende, of zelfs door stukjes van genen. Nicole Dijk onderzocht een gen dat waarschijnlijk een rol speelt bij allergische astma op kinderleeftijd. Ze wilde weten wat precies de taak is van dit gen en of het reageert op medicijnen. ‘Om hierachter te komen, onderzocht ik onder andere het speeksel van 3960 kinderen. In speeksel kun je namelijk – net als in bloed – iemands DNA zien. Dat is een soort paspoort voor genen.’
Dijk werkte met speekselmonsters uit een aantal studies waarbij de kinderen jarenlang zijn gevolgd. ‘De deelnemers waren tijdens het verzamelen van het speeksel nog jong, maar zijn inmiddels een jaar of twintig. Daardoor wisten we of ze astma hadden gekregen of niet. Ook wisten we of hun moeders allergisch waren.’
Het gen had invloed op bepaalde ontstekingscellen, zo bleek. Dat maakt de kans groter om op kinderleeftijd astma te krijgen. Dijk: ‘Onderzoekers kijken nu of de taak van het gen kan worden geremd met medicijnen. Of nog beter: of we het gen kunnen uitzetten.’
Hoelang het zal duren voordat die medicijnen er zijn, durft Nicole Dijk niet te zeggen. ‘Het mooiste zou zijn als een simpel testje straks laat zien hoe groot de kans is dat een kind astma krijgt, en welke soort. Baby’s kunnen dan worden getest op astma via de hielprik. Als je weet dat je kind gevoelig is, kun je alles op alles zetten om te voorkomen dat het ook echt astma krijgt’, aldus Dijk. ‘Als dat toch gebeurt, kunnen we meteen de beste behandeling geven. Hoe meer we weten, hoe beter we kunnen behandelen.’
Gegevens over het onderzoek