
Longfibrose: verder achteruit of toch herstel?
'Er zijn medicijnen die de achteruitgang bij longfibrose vertragen, maar we willen meer,’ zegt onderzoeker Thomas Koudstaal. ‘We willen dat de achteruitgang stopt, of zelfs dat de longen herstellen.’ Met steun van Longfonds zoekt hij daarom naar een nieuwe aanpak tegen longfibrose.

Bij idiopathische pulmonale fibrose (IPF) verandert gezond longweefsel in littekenweefsel. Vooral in de longblaasjes: kleine luchtkamertjes die zorgen dat zuurstof in het bloed komt. Door de littekens werken de longblaasjes steeds slechter, waardoor ademen moeilijker wordt. Je raakt snel buiten adem, kunt benauwd worden en de longen gaan snel achteruit. Er is geen genezing mogelijk. Onderzoeker en longarts Thomas Koudstaal: ‘Er zijn wel medicijnen die de achteruitgang vertragen. Dat levert belangrijke tijdwinst op voor de patiënt. Maar we willen méér. We willen dat de achteruitgang stopt. Of nog mooier: dat de longen herstellen.’ Daarom gaat Koudstaal nu op zoek naar een nieuwe manier om longfibrose aan te pakken. Hij ontving hiervoor van Longfonds de Junior Investigatorsubsidie. In het ziekenhuis behandelt hij patiënten met ernstige longziekten, in het laboratorium onderzoekt hij hoe het immuunsysteem bijdraagt aan het ontstaan en verloop van deze ziekten. ‘Het mooie is dat ik een brug kan slaan tussen die twee.’ Zijn onderzoek richt zich op de rol van het afweersysteem bij het ontstaan van de ziekte. Daarover is nog weinig bekend. ‘We denken dat het afweersysteem een sleutelrol speelt, maar we weten nog niet precies hoe. De medicijnen die er zijn, houden daar ook geen rekening mee. In mijn onderzoek ga ik kijken wat er gebeurt in het afweersysteem bij mensen met longfibrose. Als we ontdekken waar het misgaat, weten we ook beter wat we eraan kunnen doen.’

‘We zoeken een medicijn dat past bij iemands afweersysteem’
Afweercellen
In zijn onderzoek vergelijkt Koudstaal met zijn team het afweersysteem van gezonde mensen met dat van mensen met longfibrose. Met speciale apparatuur bekijken de onderzoekers hoe de afweercellen eruitzien en hoe ze ‘praten’ met elkaar. Voor dit onderzoek nemen ze bloed af bij zestig mensen met longfibrose en dertig mensen zonder longfibrose. Dit herhalen ze drie maanden later, en twaalf maanden later opnieuw. Zo zien ze hoe de afweercellen veranderen bij mensen met longfibrose. Dat vergelijken ze met de afweercellen van gezonde mensen. Binnen de groep mensen met longfibrose kijken de onderzoekers ook naar de behandeling met de medicijnen die er nu zijn. Hoe goed werken ze, hoeveel last hebben mensen van de bijwerkingen? Ze onderzoeken of de manier waarop de afweercellen eruitzien, iets zegt over hoe goed iemand op de behandeling reageert.
Nieuw medicijn
Het onderzoek is een belangrijk onderdeel in de zoektocht naar een nieuw medicijn tegen longfibrose. Een medicijn dat wél rekening houdt met het afweersysteem, en daardoor beter werkt. Koudstaal: ‘Als we snappen wat het medicijn precies moet doen, gaan we kijken of zoiets al bestaat. Misschien is er al een medicijn voor een andere ziekte dat ook goed werkt bij longfibrose. En is dat er nog niet, dan kunnen we proberen zo’n medicijn te ontwikkelen.’ Koudstaal hoopt dat er in de toekomst niet één standaardmedicijn komt voor alle mensen met longfibrose. Liever ziet hij dat er verschillende behandelingen beschikbaar komen. Zo kan elke patiënt een medicijn krijgen dat past bij zijn of haar type longfibrose. ‘Wat bij de één goed werkt, helpt bij de ander misschien niet. Daarom proberen we patiënten in groepen in te delen, op basis van hun afweercellen. Voor elke groep past dan een bepaald medicijn. Mijn droom is dat een arts straks tegen een patiënt zegt: uw afweersysteem ziet er zo uit, dus dit medicijn is waarschijnlijk het meest geschikt voor u.’
Tekst: Anneke Paul
Gegevens over het onderzoek
- Thema: Zeldzame Longziekten
- Looptijd: 01-01-2025 tot 01-01-2028
- Soort subsidie: Junior Investigatorsubsidie
- Bedrag: 250.000 euro
- Onderzoeker: Thomas Koudstaal (Erasmus MC)