Tips van ergotherapeut Linda voor mensen met een longziekte

Hoe verdeel ik mijn energie in coronatijd?

Je energie verdelen is een belangrijk onderwerp als je een longziekte hebt. En nu misschien nog wel meer, want corona heeft invloed op ons dagelijks leven op veel manieren. Van meer binnen zitten, tot nieuws en meningen die onze emoties kunnen beïnvloeden: er is veel dat ons kan raken. Daarom stellen we een paar vragen over de belastbaarheid van mensen met een longziekte in deze tijd aan Linda van der Voorde, ergotherapeut bij fysiotherapie Van Hoof in Valkenswaard.

Ergotherapeut Linda

Waarom is belastbaarheid een belangrijk onderwerp voor mensen met een longziekte?

‘Mensen met een longziekte zijn over het algemeen minder belastbaar, waardoor het belangrijk is om je energievoorraad in balans te houden. Want als je lange tijd te veel doet, dan kan het bijvoorbeeld zijn dat je longfunctie verder achteruit gaat. Hoeveel je jezelf belast, heeft dan ook echt invloed op hoe je longziekte zich ontwikkelt over langere tijd.’

We zijn in deze tijd door corona meer thuis, en er speelt natuurlijk van alles in de buitenwereld. Wat doet dat met je functioneren?

‘Corona raakt ons functioneren op verschillende manieren. Doordat we meer binnen moeten blijven, bewegen we bijvoorbeeld minder. We doen dus minder, waardoor we onszelf als het ware onderbelasten. Daardoor kan onze conditie achteruitgaan. Voor mensen met een longziekte is dat weer erger dan voor mensen zonder longziekte, want mensen met een longziekte moeten harder werken om hun conditie weer op het oude niveau te krijgen.

Naast beweging, heeft deze tijd natuurlijk ook invloed op je mentale functioneren. Misschien voel je angst, maak je je vaker zorgen of ben je meer aan het piekeren. Die emoties kosten energie. Kijk je bijvoorbeeld naar angst, dan zie je dat die emotie een negatief effect heeft op je ademhaling. Je ademhaling gaat namelijk omhoog als je je angstig voelt, waardoor je meer energie verbruikt. Zo houd je minder energie over voor andere dingen.

We zijn daarnaast ook veel bezig met hetzelfde onderwerp, de dagen lijken op elkaar, er is weinig afleiding. Dat kan ervoor zorgen dat je minder energie en zin hebt om iets te ondernemen, terwijl het nu juist zo belangrijk is om je lichamelijk wél in te blijven zetten.’

Nu weten we al dat je jezelf niet te véél moet belasten, maar te weinig belasting is dus ook niet goed?

‘Klopt, het gaat om de balans tussen niet te veel en niet te weinig doen. Wat te veel en te weinig doen is, is voor iedereen anders. Om te beginnen is het daarom belangrijk om inzicht te hebben in wat jou energie kost. En hoeveel energie iets je kost. Hier kan een ergotherapeut je mee helpen.

Ook is het belangrijk om te weten hoe je vermoeidheid herkent. Ik gebruik hiervoor vaak het stoplichtmodel. Als je niet moe bent, dan zit je in groen. Begin je signalen van moeheid op te merken, dan zit je in oranje. Bij rood ben je te ver doorgegaan, dat wil je voorkomen. Daarvoor is het nodig dat je herkent wanneer je moe wordt, dus wanneer je in oranje zit. Als je dat herkent, kun je ernaar handelen.’

Ergotherapeut Linda

Het is belangrijk dat je in coronatijd je energie goed in de gaten houdt

Linda, ergotherapeut bij fysiotherapie Van Hoof in Valkenswaard

Wat is een goede manier om je energie in de gaten te houden?

‘Er zijn verschillende manieren die je hierbij kunnen helpen. Bijvoorbeeld de lepeltheorie, die oorspronkelijk is bedacht voor mensen met reuma, maar goed werkt voor iedereen die zijn energieniveau in de gaten wilt houden.

De lepeltheorie werkt als volgt: je vergelijkt je dagelijkse energievoorraad met een bepaald aantal lepels. Ik pak bijvoorbeeld tien lepels per dag. Die lepels vertegenwoordigen hoeveel energie ik heb. Elke keer dat ik iets doe, bijvoorbeeld opstaan, wandelen of een vergadering bijwonen, dan haal ik één of meerdere lepels weg. Hoe zwaarder de activiteit voor je belastbaarheid is, hoe meer lepels je weghaalt.

Naast lepels weghalen, kun je ook lepels aanvullen door je te ontspannen. Een half uur met een boek op de bank, geeft je misschien wel weer een halve of hele lepel erbij. Door alles wat je doet zo te meten, maak je heel visueel wanneer en waaraan je je energie besteedt.

Gebruik je deze theorie samen met de stoplichtmethode, dan weet je na een tijdje misschien: als ik tien lepels heb verbruikt, dan zit ik in oranje en moet ik opletten. Of: als ik drie lepels in één keer gebruik, dan zit ik oranje. Wat dit aantal lepels is, verschilt per persoon, dus het is iets om voor jezelf uit te vinden samen met bijvoorbeeld een ergotherapeut.’

Je vertelde net dat deze tijd ook invloed heeft op onze belastbaarheid. Hoe pas je dat toe als je een longziekte hebt en bijvoorbeeld werkt met de lepeltheorie? Heb je concrete tips?

‘Of het nou het gebrek aan afwisseling in de dagen is, minder beweging door de lockdown of iets anders: je merkt misschien dat je minder energie hebt in deze tijd. Het kan daardoor dus goed zijn dat je ook minder ‘lepels’ hebt dan vóór coronatijd.

Er zijn kleine dingen die je hierbij misschien kunnen helpen. Als je moeite hebt om in beweging te blijven bijvoorbeeld, doe dan mee met Nederland in beweging. Of ga toch dat rondje wandelen ook al heb je geen zin. Probeer de norm van gezond bewegen aan te houden, dus dertig minuten per dag te bewegen. Dat hoeft niet in één keer. Je kunt ook drie keer tien minuten lopen. Of zes keer vijf minuten.

Een andere tip is om bij het indelen van je dag af te wisselen in mentale in- en ontspanning. Als je net een vergadering hebt gehad, wat je een lepel kostte, kun je daarna misschien prima even wandelen, ook al kost dat je ook een lepel. Met je hoofd werken en bewegen zijn verschillende vormen van inspannen.

Het is ook goed om ervoor te zorgen dat je aan het eind van de dag altijd nog wat energie over hebt. Een soort reserve die je kunt uitgeven aan onverwachte dingen. Dat is altijd een goed idee, maar in deze tijd misschien nog wel belangrijker. Zo kun je bijvoorbeeld nieuws van het journaal dat je zwaar valt, beter opvangen.’

Heb je ook nog specifieke tips voor de mensen met een longziekte die thuiswerken?

‘Als je thuiswerkt, zorg om te beginnen voor een goede werkplek. Dat betekent een bureaustoel aan een bureau in plaats van een stoel aan de keukentafel. Dit mag je gerust van je werkgever vragen. Zorg ook dat je de ruimte waar je zit, kunt afsluiten. Zodat je een prikkelvrije omgeving hebt om in te werken. Bouw daarnaast loopmomenten in: dus geen kan koffie naast je neer zetten, maar voor koffie naar de keuken lopen. Of zet elk uur een wekker, zodat je even opstaat en wat rondloopt.

Besef ook dat als je bijvoorbeeld vergadert via Teams of Zoom, dat videobellen veel concentratie vraagt. Je moet mentaal veel harder werken dan wanneer je in het echt met mensen praat. Houd hier dus ook rekening mee bij het indelen van je dag en je belastbaarheid.

Al met al is het belangrijk dat je in deze tijd je energie goed in de gaten houdt. Merk je dat je achteruitgaat? Neem dan vooral contact op met je therapeut, of dat nu de fysio, de ergo of een andere specialist is. Het is helemaal niet vreemd of erg dat je er in deze rare situatie niet alleen uitkomt, dus vraag ondersteuning.’

Meer handige tips?

Ontvang nu 2x ons magazine LONGWIJZER. Hierin staan ervaringen, tips en de laatste ontwikkelingen over longziekten.

LONGWIJZER magazine