'Ze durfde haar rollator niet in het openbaar te gebruiken'
Medisch psycholoog Niels de Voogd (61) werkt op de afdeling longrevalidatie van het UMC Groningen. Het gebied waar lichaam en geest samenkomen, vindt hij heel interessant. 'In de 25 jaar dat ik dit werk doe, heb ik nog nooit iemand horen zeggen: "Ja, ik wil graag met een rollator lopen."'

‘Ik kan geen lang stuk meer lopen zonder telkens even te gaan zitten’, zei mevrouw Polder. Ze was een jaar of zeventig, had al jarenlang COPD en ging steeds iets verder achteruit. Doordat ze moeilijk liep, kwam ze nog nauwelijks buiten. Een familielid deed de boodschappen. Het maakte dat mevouw Polder steeds meer vereenzaamde. De ergotherapeut uit ons revalidatiecentrum had daarom een rollator voorgesteld. Bij mij kwam mevrouw Polder nu praten over hoe ze zichzelf beter kon redden.
‘Heeft u een rollator?’ vroeg ik. ‘Eh, ja’, antwoordde ze aarzelend. En na mijn vraag of ze die ook gebruikte, aarzelde ze weer. Ik merkte dat het niet helemaal klopte. Na even doorvragen begreep ik dat ze de rollator vooral als bijzettafel gebruikte en er nauwelijks mee naar buiten ging. Alleen soms in het donker, als anderen haar niet konden zien.

Schaamte gaat vrijwel altijd voorbij. Ook rollatorschaamte.
Rollatorschaamte
Rollatorschaamte, zoals dit wordt genoemd, zie ik vaak. In de 25 jaar dat ik dit werk doe, heb ik nog nooit iemand horen zeggen: ‘Ja, ik wil graag met een rollator lopen.’ Mensen zeggen meestal dat ze er nog niet aan toe zijn. Sommigen gaan zelfs in een andere stad winkelen, zodat bekenden hen niet achter de rollator kunnen zien.
Ook mevrouw Polder schaamde zich ervoor. ‘Mensen kennen me als een actieve vrouw’, vertelde ze, ‘en je ziet niet aan me dat ik ziek ben.’ Hierdoor durfde ze de rollator niet in het openbaar te gebruiken. Ik legde haar uit dat ze last had van koudwatervrees. ‘U denkt dat mensen alleen naar de rollator kijken, maar dat is helemaal niet zo. Als ze hem eenmaal gezien hebben, letten ze er niet meer op’, legde ik haar uit.
Duwtje in de rug
Het beslissende duwtje kreeg ze van haar fysiotherapeut, die haar altijd thuis behandelde. Op een dag zei hij: ‘Ik kan vandaag niet naar u toekomen, komt u maar naar mij.’ Hierdoor moest mevrouw Polder haar rollator wel gebruiken om bij hem te komen. De fysiotherapeut stond haar in de deur van de praktijk op te wachten en zei enthousiast: ‘Zo, wij gaan samen naar het winkelcentrum.’ Het was een slimme manier om haar mét rollator in beweging te krijgen.
Een week later vertelde ze mij: ‘Dit had ik drie jaar eerder moeten doen.’ Het was een succes geweest. In het winkelcentrum was ze oude bekenden tegengekomen die net als zij met een rollator liepen.
Ik was ontzettend blij voor mevrouw Polder. Ze ging er weer op uit, bezocht regelmatig de koffiecorner in het winkelcentrum en sprak daar mensen. Haar leven werd een stuk leuker en bovendien verbeterde haar conditie. Het ging gelukkig zoals ik had gehoopt, want schaamte gaat vrijwel altijd voorbij. Ook rollatorschaamte.
Voetnoot: Mevrouw Polder heet in werkelijkheid anders.
Dit artikel is verschenen in LONGWIJZER 1, 2025.