-
Er zijn 1,2 miljoen Nederlanders met een longziekte. Astma is de meest voorkomende chronische kinderziekte in Nederland, ruim 80.000 kinderen hebben in 2019 zorg gehad voor hun astma, en er zijn ruim 500.000 volwassenen met astma. Zo'n 600.000 mensen hebben COPD en nog eens 35.000 mensen hebben een zeldzame longziekte. Jaarlijks belanden 42.000 mensen stikbenauwd in het ziekenhuis.
-
Heins, M., Heijmans, M. Luchtvervuiling verergert gezondheidsklachten bij mensen met een longziekte. Utrecht: Nivel, 2020.
Deze publicatie maakt deel uit van de reeks 'Monitor zorg- en leefsituatie van mensen met een longziekte'.
Kernpunten
- Maar liefst 75% van de mensen met een longziekte heeft jaarlijks één of meerdere keren last van luchtvervuiling; een kwart ondervindt zelfs wekelijks last.
- Bij twee derde van de mensen met een longziekte leidt luchtvervuiling ook tot gezondheidsklachten zoals kortademigheid en irritatie aan ogen, neus en keel.
- Vooral vuurwerk en houtkachels, twee bronnen van fijnstof, zorgen voor klachten als benauwdheid, hoesten, geprikkelde slijmvliezen en een verminderde longfunctie.
- Mensen in stedelijke gebieden hebben vaker last van luchtwegklachten ten gevolge van luchtvervuiling dan mensen op het platteland.
- De meeste mensen (77%) met een longziekte zijn zich ervan bewust dat de luchtkwaliteit invloed kan hebben op hun longziekte en veel mensen ondernemen ook actie als ze last hebben van luchtvervuiling. Binnen blijven, extra ventileren, inspanning vermijden zijn de meest genoemde acties. Circa een kwart past de medicatie aan. -
Een belangrijk argument om ruimtelijke plannen te optimaliseren voor wat betreft lucht, is de grote gezondheidswinst die er te behalen valt – zelfs als er geen sprake is van (dreigende) normoverschrijding. Luchtverontreiniging is in Nederland de omgevingsfactor met veruit de meeste gezondheidsimpact omdat er ook bij concentraties onder de wettelijke normen gezondheidseffecten zijn, en omdat de hele bevolking is blootgesteld (Gezondheidsraad 2016). Dit betekent dat het belangrijk is om de luchtkwaliteit mee te nemen in ruimtelijke plannen, ook als er geen sprake is van (dreigende) normoverschrijding.
De GGD adviseert:
- Neem maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren, ook onder de norm
- Gevoelige bestemmingen op afstand van drukke wegen
-
Omdat veel gezondheidswinst is te behalen door het goed nadenken over de ruimtelijke inrichting, bij het opstellen van omgevingsvisies en -plannen, is de GGD bij voorkeur vroeg in het proces betrokken. Bij de advisering belicht de GGD de gezondheidskundige kant. De GGD is zich bewust dat naast effecten op de gezondheid van omwonenden ook andere waarden en belangen een rol spelen in het maatschappelijk debat over de veehouderij. Bijvoorbeeld dierenwelzijn, antibioticagebruik, landschappelijke inpassing, werkgelegenheid, landgebruik en klimaatverandering.
-
De Rijksoverheid werkt aan een permanente verbetering van de luchtkwaliteit in Nederland. De ambitie is om toe te werken naar substantiële reductie van de gezondheidsschade door luchtverontreiniging in 2030.
Voor alle inwoners van Nederland moet de luchtkwaliteit verbeteren. Er komen extra maatregelen met aandacht voor de gebieden waar de luchtkwaliteit onder druk staat. Bijvoorbeeld bij drukke verkeersknooppunten, binnensteden en gebieden in de buurt van intensieve veehouderijen. Daarom sluit het Rijk in 2020 het Schone Lucht Akkoord met een groot aantal gemeenten en provincies.
Het doel van het Schone Lucht Akkoord (SLA) is de gezondheidsschade door luchtvervuiling in 2030 te verminderen. Lucht trekt zich niets aan van grenzen. Nederland importeert en exporteert vieze lucht. Om de luchtkwaliteit substantieel te verbeteren moet het Rijk samenwerken met gemeenten en provincies. Ook binnen en buiten Europa werkt het Rijk samen om de luchtkwaliteit te verbeteren.
-
Luchtverontreiniging in Nederland leidt nog steeds tot ziekte en sterfte. Om gezondheidswinst te behalen zou de Nederlandse overheid bij het verminderen van de luchtverontreiniging veel ambitieuzere waarden moeten aanhouden dan de Europese grenswaarden die nu worden gehanteerd. Dat schrijft de Gezondheidsraad in zijn advies over luchtkwaliteit.
De lucht in Nederland is de afgelopen decennia een stuk schoner geworden. Vrijwel overal in Nederland wordt voldaan aan de Europese normen. Desondanks leidt blootstelling aan fijnstof, stikstofdioxide en ozon – de belangrijkste bestanddelen van luchtverontreiniging – nog steeds tot schade aan de gezondheid. Het veroorzaakt of verergert aandoeningen aan luchtwegen, longen, hart en bloedvaten en het veroorzaakt vroegtijdige sterfte. De concentraties fijnstof, stikstofdioxide en ozon in de lucht leiden naar schatting tot zo’n 12.000 vroegtijdige sterfgevallen per jaar.
De Europese grenswaarden zijn minder streng dan de gezondheidskundige advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De verwachting is dat met het uitvoeren van het huidige lucht- en energiebeleid de luchtverontreiniging verder zal dalen en dat rond 2030 de WHO-advieswaarden kunnen worden bereikt. Maar zelfs bij concentraties onder die waarden treedt er nog gezondheidsschade op.
Vermindering van de luchtverontreiniging tot onder de WHO-advieswaarden leidt naar verwachting tot meer gezondheidswinst. Daarvoor zijn extra beleidsmaatregelen nodig. De Gezondheidsraad pleit voor het verder terugdringen van de concentraties fijnstof en stikstofdioxide afkomstig van wegverkeer, en van de uitstoot van ammoniak vanuit de veehouderij. Verdere gezondheidswinst valt te behalen met de aanpak van lokale bronnen van fijnstof en stikstofdioxide en met extra maatregelen om risicogroepen te beschermen. De hoeveelheid gezondheidswinst die in de praktijk haalbaar is, hangt onder meer af van hoe strikt de naleving van nieuwe maatregelen gehandhaafd kan worden.
-
Twee rapporten van de Wereldgezondheidsorganisatie geven een uitgebreider overzicht van de gezondheidseffecten van luchtverontreiniging.
-
Luchtvervuiling leidt bij tweederde van de longpatiënten tot gezondheidsklachten als benauwdheid, hoesten, geprikkelde slijmvliezen of een lagere longfunctie. Eén op de acht mensen met een longziekte (12%) overweegt vanwege slechte luchtkwaliteit weleens te verhuizen. Dit blijkt uit het Nivel-onderzoek Monitor Zorg- en Leefsituatie van Mensen met een Longziekte (Longmonitor), in opdracht van het Longfonds.
-
Studie naar de effecten van luchtvervuiling op de gezondheid, in het bijzonder COVID-19. Lees de studie hier (pdf)
-
Risicofactoren voor het optreden van astma - RIVM
Air pollution and the development of asthma from birth until young adulthood - European Respiratory Journal 2020
-
Artikel: Global, national, and urban burdens of paediatric asthma incidence attributable to ambient NO2 pollution: estimates from global datasets - Pattanun Achakulwisut, Michael Brauer, Perry Hystad, Susan C Anenberg
Aanvullende wetenschappelijke bijlage (pdf) bij het artikel, tabel 6, pagina 26
-
Met deze Zorgstandaard COPD biedt de Long Alliantie Nederland (LAN) alle partijen die bij de zorg betrokken zijn een leidraad bij het verbeteren van de kwaliteit van de zorg voor mensen met COPD. De LAN is de nationale federatieve vereniging voor chronische longziekten. Leden zijn patiënten-, beroeps- en brancheverenigingen, fondsen, bedrijven en andere organisaties die bijdragen aan preventie en behandeling van chronische longziekten1. Daarmee is de LAN bij uitstek de organisatie voor de ontwikkeling en het onderhoud van de Zorgstandaard COPD. Door de norm (gebaseerd op richtlijnen en afspraken) aan te geven waaraan goede COPD zorg behoort te voldoen, wordt het voor alle partijen inzichtelijk wat zij in een behandelingstraject kunnen en mogen verwachten. Voor de mens met COPD is deze ondersteuning onontbeerlijk. Een goed geïnformeerde patiënt is immers beter in staat keuzes te maken, mee te denken in het eigen ziekteproces en zijn eigen gezondheid te bewaken.
Lees verder (pdf)
-
Een beweegvriendelijke omgeving is een leefomgeving die mensen faciliteert, stimuleert en uitdaagt om te bewegen, te spelen en te sporten.
-
In dit beleidsadvies staan de eerste kansrijke en vernieuwende ideeën uiteengezet om echt een verschil te kunnen maken in én met de samenleving. Deze ideeën komen voort uit de werkgroep ‘Bewegen het Nieuwe Normaal’.
Download het beleidsadvies, en zie de Alliantie ‘Inclusief: sporten en bewegen voor iedereen’.
-
Uitdagingen van mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden bij informatie en maatregelen in het kader van COVID-19.
Lees meer (pdf), paragraaf 3.5.1.
-
De SROI (social return on investment) van sport en bewegen laat zien of investeringen maatschappelijk gezien meerwaarde opleveren voor een gemeente. Er bestaan tussen gemeenten grote verschillen in SROI-uitkomsten.Het verklaren van de SROI levert interessante inzichten en aandachtspunten op voor toekomstig gemeentelijk beleid. Zeker als de analyse zich verspreidt tot buiten de gemeentegrenzen. Wat is de SROI in vergelijkbare gemeenten? Waardoor is er een verschil? En wat kunnen gemeenten van elkaars beleidskeuzes leren?
-
Hoe maak je economische en maatschappelijke effecten van sport en bewegen meetbaar in euro’s? Kenniscentrum Sport & Bewegen beantwoordt die vraag en geeft ook antwoord op hoe we ons sportkapitaal financieel in stand houden, optimaal benutten, verrijken en uitbreiden.
-
De ambitie is dat meer mensen een leven lang sport- en beweegplezier ervaren in een inclusieve sport- en beweegomgeving. Meedoen aan sport en plezier in sport is niet voor iedereen vanzelfsprekend, waardoor een deel van de Nederlanders weinig of niet sport. Veel organisaties in het werkveld sport en andere betrokken organisaties willen graag een steentje bijdragen om sport en bewegen voor iedereen mogelijk te maken.
-
Deze factsheet gaat over bewegen bij mensen met een longziekte. In Nederland zijn meer dan een miljoen mensen met een longziekte. De meest voorkomende ziekten zijn astma en COPD. Daarnaast zijn er een aantal zeldzamere longziekten, zoals longfibrose, sarcoïdose of pulmonale hypertensie. Voldoende bewegen is belangrijk voor mensen met een longziekte omdat het helpt om een betere conditie en sterkere longen te krijgen. Resultaten in de factsheet zijn gebaseerd op gegevens van 791 mensen met een longziekte die deelnemen aan de Longmonitor, die het NIVEL in opdracht van het Longfonds één keer per twee jaar uitbrengt.
Lees meer (pdf)
-
Sporten en bewegen heeft veel positieve effecten op bijvoorbeeld gezondheid, sociale vaardigheden en kwaliteit van leven. Toch beweegt ruim de helft van de Nederlandse bevolking minder dan de beweegrichtlijnen aanbevelen. Sportverenigingen kunnen een grote rol spelen bij het activeren van mensen die (te) weinig bewegen. Bijvoorbeeld met speciale sportprogramma’s. Hoe benut je als gemeente deze waarde van sportverenigingen? En waarom is dit zo belangrijk? In dit artikel lees je waarom en hoe je als gemeente kunt inzetten op sportverenigingen bij het activeren van inactieve burgers.
-
Een beweegvriendelijke omgeving stimuleert, faciliteert en daagt uit om te sporten en te bewegen. Er zijn verschillende elementen in de omgeving waarvan we weten dat ze ervoor zorgen dat mensen meer bewegen. Het RIVM heeft bijvoorbeeld laten zien dat volwassenen meer bewegen wanneer er in de omgeving van de woning voldoende recreatieve buitenruimte beschikbaar is (Wendel-Vos, 2005). Ook is het belangrijk dat de plaatsen en voorzieningen om te bewegen goed toegankelijk zijn en dat het verkeer er om heen veilig is (Wendel-Vos, 2005). Voor kinderen en adolescenten zijn in een beweegvriendelijke omgeving voldoende speeltuinen (formele voorzieningen) en stoepen (informele ruimte) om te bewegen. Voor hen is het ook belangrijk dat er groen of water is en dat er verschillende veilige routes zijn naar spelvoorzieningen. Ook sociale cohesie en een gevoel van veiligheid zorgen ervoor dat kinderen buitenspelen en bewegen (De Vries, 2010). We weten dus al welke elementen van een omgeving ervoor kunnen zorgen dat gebruikers meer gaan bewegen. Een onderbouwing van het waarom van een beweegvriendelijke omgeving ontbreekt echter nog. In deze rapportage wordt een beknopte onderbouwing gepresenteerd van een tiental argumenten voor een beweegvriendelijke omgeving. Hiermee is voor het eerst het belang van een beweegvriendelijke omgeving vanuit verschillende perspectieven opgeschreven.