Longembolie

De longslagader loopt van je hart naar je longen. De slagader vervoert bloed waar weinig zuurstof in zit naar je longen. Daar neemt het bloed zuurstof op. Het zuurstofrijke bloed gaat vervolgens via de longader naar het hart en wordt van daaruit rondgepompt door het lichaam. Bij een embolie raakt de ader of slagader verstopt. Er stroomt dan minder bloed naar delen van de long die achter de embolie liggen. Daardoor kan het achterste deel van je long geen zuurstof opnemen uit de ingeademde lucht.

Hoe hoger in de vertakking de longembolie zit, hoe groter dat deel is. Als de verstopping in de longslagader groot is, ontstaat er een tekort aan zuurstof. Daardoor krijg je het benauwd. Je hart moet bij een longembolie veel moeite doen om genoeg bloed door de longen te pompen.

Ingrijpend

Een longembolie is een ingrijpende gebeurtenis die emoties als angst en verdriet kan losmaken. Dit zijn normale gevoelens die je met je arts kunt bespreken.

Soorten longembolie

Een longembolie kan zich in het midden van de long bevinden of vlak bij de rand. De bloedprop kan groot of klein zijn. Soms is er meer dan één prop. Dan zijn meerdere vertakkingen van de longslagader afgesloten. Een grote prop in het midden van een long noemen we een ‘grote’ longembolie. Dit is een levensbedreigende ziekte.

Longinfarct na een longembolie

In één op de tien gevallen volgt na een longembolie ook een longinfarct. Een longinfarct ontstaat wanneer een deel van het longweefsel geen bloed meer krijgt en daarmee dus ook geen zuurstof. Als dit te lang duurt, gaat dit weefsel dood. Dit noemen we een longinfarct. Een ernstige longembolie kan levensbedreigend zijn.

Cijfers over longembolie

Hoeveel mensen in Nederland een longembolie hebben is onbekend. Bij ongeveer 2,6 op de 1.000 Nederlanders denken artsen aan een longembolie. Gemiddeld blijkt uit onderzoek dat 1 op de 4 van deze mensen ook echt een longembolie heeft. Dit komt neer op 10.000 tot 12.500 gevallen per jaar.